Recent zijn er twee belangrijke Europese wetgevende initiatieven in werking getreden die een impact hebben op marktdeelnemers die producten bestemd voor consumenten op de markt brengen, zoals fabrikanten, importeurs en distributeurs. Met nieuwe regels rond productveiligheid en -aansprakelijkheid wil de Europese Unie consumenten beter beschermen en het regelgevend kader moderniseren, onder meer om in te spelen op technologische ontwikkelingen zoals artificiële intelligentie, slimme apparaten en digitale diensten. De nieuwe regels kunnen een directe impact hebben op uw bedrijfsvoering en de aansprakelijkheidsrisico’s binnen de gehele distributieketen.
1. De nieuwe Productveiligheidsverordening: nieuwe regels rond productveiligheid
Algemeen
Sinds 13 december 2024 gelden er nieuwe regels rond productveiligheid voor consumentenproducten gelet op de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2023/988 inzake algemene productveiligheid (de Productveiligheidsverordening). Deze verordening is nu al rechtstreeks van toepassing in alle EU-lidstaten, voor iedereen die onder het toepassingsgebied valt, zonder dat er omzetting in nationale wetgeving vereist is.
Concreet krijgen de verschillende actoren in de distributieketen, zijnde fabrikanten, importeurs, distributeurs en online aanbieders van producten, een grotere verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat producten voldoen aan de veiligheidsnormen.
De regels gelden voor alle producten die aan consumenten worden verkocht, zowel offline als online, ongeacht of het daarbij gaat over nieuwe, tweedehandse of herstelde producten. Een aantal producten vallen buiten het toepassingsgebied, waaronder medische hulpmiddelen, geneesmiddelen, voedsel en diervoeding.
De nieuwe regels inzake productveiligheid
Fabrikanten en importeurs moeten algemeen waarborgen dat producten (i) veilig en conform zijn (i.e., ontworpen, geproduceerd en getest volgens alle specifieke wetten en veiligheidsnormen die gelden voor die producten en onderdelen); (ii) traceerbaar (i.e., verpakkingen of eigenlijke producten moeten o.a. de gegevens van de fabrikant of importeur bevatten en de keten van marktdeelnemers dient nauwkeurig te worden gedocumenteerd); (iii) identificeerbaar (i.e., producten dienen een zichtbaar en leesbaar identificatiemiddel te bevatten zoals een serienummer); en (iv) vergezeld gaan van instructies en veiligheidsinformatie in de taal van het taalgebied waar het product op de markt wordt gebracht.
De verschillende actoren moeten verder volgende specifiekere verplichtingen naleven:
- De fabrikant moet een interne risicoanalyse uitvoeren en de nodige technische documentatie opstellen, alsook up-to-date houden. Dit technisch dossier bevat minstens een algemene beschrijving van het product, de essentiële kenmerken ervan relevant voor de beoordeling van de veiligheid, alsook alle andere informatie die aantoont dat het product aan de wettelijke productveiligheidseisen voldoet (bv. risicobeoordelingen en uitgevoerde controles en testverslagen);
- De importeur dient o.a. gedurende 10 jaar vanaf de datum waarop het product in de handel is gebracht een kopie van de door de fabrikant opgestelde technische documentatie te bewaren en ter beschikking houden van de autoriteiten. Verder controleert hij of er communicatiekanalen beschikbaar zijn voor consumenten om klachten in te dienen;
- De distributeur moet er dan weer over waken dat het distributieproces veilig verloopt en controleren of de fabrikant of importeur voldoet aan zijn verplichtingen. Distributeurs moeten actief de conformiteit van producten controleren en daartoe dus vertrouwd zijn met de verschillende veiligheidseisen. Van zodra er een vermoeden rijst dat bepaalde producten niet conform zijn, moeten onmiddellijke maatregelen mogelijk zijn. Dit houdt onder meer in het terugroepen van producten, het onmiddellijk in kennis stellen van de fabrikant of importeur of het melden van de non-conformiteit via het EU-platform Safety Business Gateway om de toezichthouders op de hoogte te brengen.
Impact op producten met AI-integratie
De nieuwe Productveiligheidsverordening heeft ook implicaties voor producten waarin artificiële intelligentie (AI) is geïntegreerd. Producten met AI-functionaliteiten worden niet afzonderlijk gereguleerd onder de verordening. Zodra een product echter AI-functionaliteiten bevat, moet het gehele product – inclusief de geïntegreerde AI-systemen – voldoen aan de nieuwe productveiligheidsvoorschriften.
De aanwezigheid van AI in een product brengt m.a.w. bijkomende verantwoordelijkheden met zich mee op het vlak van productveiligheid en risicobeheersing. Producten waarvan het gedrag kan evolueren na verloop van tijd, bv. door machine learning, moeten expliciet worden geëvalueerd op mogelijke veiligheidsgevaren die tijdens hun gebruik kunnen ontstaan.
Daarnaast moeten AI-toepassingen voldoende voorspelbaar, controleerbaar en traceerbaar zijn (zie, hoger). Deze verhoogde verantwoordelijkheden voorvloeiend uit de Productveiligheidsverordening bestaan naast de verplichtingen voor bedrijven die kunnen voortvloeien uit de Europese AI-verordening (ook gekend als de “AI Act”) die op 1 augustus 2024 in werking trad.
2. De nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid
Op 9 december 2024 trad daarnaast ook de nieuwe Richtlijn (EU) 2024/2853 inzake productaansprakelijkheid (de Richtlijn Productaansprakelijkheid) in werking. Deze regels bepalen wanneer een bedrijf aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door een product, ongeacht of het bedrijf daar zelf schuld aan heeft. In tegenstelling tot de Productveiligheidsverordening dient de Richtlijn Productaansprakelijkheid wel nog te worden omgezet naar nationaal recht. De Europese lidstaten hebben hier tot 9 december 2026 de tijd voor. Er geldt echter een maximumharmonisatie waardoor de lidstaten niet meer of minder strikte bepalingen mogen invoeren. Producten die tot die datum op de markt worden gebracht, blijven onder de oude regels vallen.
De Richtlijn Productaansprakelijkheid breidt de aansprakelijkheid van producenten uit, met strengere regels rond digitale en geïntegreerde producten, zoals software en digitale diensten. Ook slimme apparaten of AI-systemen vallen onder het toepassingsgebied en als bedrijf kan u aansprakelijk zijn als een AI-systeem defecten vertoont die schade veroorzaken. Daarnaast is het begrip ‘schade’ verruimd. Voortaan zullen marktdeelnemers binnen de EU ook aansprakelijk kunnen worden gesteld voor psychologische schade (naast de klassieke fysieke schade) en schade door de vernietiging of onomkeerbare beschadiging van (digitale) gegevens. Voor consumenten zal het eenvoudiger worden om schadevergoeding te vorderen. Dankzij wettelijke vermoedens is er een verlaagde bewijslast waarbij producenten bovendien cruciaal bewijsmateriaal zullen moeten vrijgeven. Productveiligheid, inclusief cyberbeveiliging, zal een centrale rol spelen in de beoordeling van gebrekkigheid. Het is dan ook waarschijnlijk dat de Richtlijn Productaansprakelijkheid in de praktijk aanleiding zal geven tot een toename in aansprakelijkheidsclaims.
Onder de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid wordt er een vermoeden van gebrekkigheid ingevoerd van zodra een product niet voldoet aan de Productveiligheidsverordening.
3. Wat betekent dit voor uw bedrijf?
De nieuwe regels hebben aanzienlijke gevolgen voor bedrijven. Het is belangrijk om te weten welke rol uw bedrijf speelt in de distributieketen en hoe de nieuwe regels uw producten en aansprakelijkheid kunnen beïnvloeden.
Het is daarom belangrijk om uw commerciële contracten met o.a. fabrikanten, importeurs, distributeurs en andere actoren in de distributieketen na te kijken en zo nodig aan te passen aan de nieuwe regels. Ook al is de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid nog niet van toepassing in België, is het aan te raden uw bedrijf voor te bereiden op de aankomende veranderingen en de toekomstige uitbreiding van aansprakelijkheid, het ruimer schadebegrip en de bijkomende verantwoordelijkheden ook op te nemen in uw contracten.
Gelet op de verplichtingen onder de Productveiligheidsverordening zien wij verder een verhoogd belang van NDA’s, niet-concurrentiebedingen en verbodsbepalingen op reverse engineering om de intellectuele eigendomsrechten en de concurrentiepositie van bedrijven te beschermen.
Let wel op, indien er specifieke wetgeving van toepassing is op de consumentenproducten die u verhandelt, kan het zijn dat de Productveiligheidsverordening niet (geheel) van toepassing is. Zo moeten bouwbedrijven en fabrikanten van bouwproducten nagaan of hun producten onder Verordening (EU) 305/2011 inzake bouwproducten of onder de Productveiligheidsverordening vallen (of onder beide). Hetzelfde geldt voor bedrijven die machines en industriële uitrusting verhandelen of bv. speelgoed. Hoger wezen wij ook al op de verplichtingen die kunnen voorvloeien uit de AI Act.
Heeft u vragen over de nieuwe regels inzake productveiligheid en aansprakelijkheid? Neem gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder.
Related news
Hoe kunnen we helpen?
Ontdek onze expertises