Op 23 november 2023 heeft het Hof van Cassatie twee uitspraken geveld met betrekking tot de dubbele belasting op Franse dividenden.[1] Deze arresten beslechten een procedurele discussie in het voordeel van de belastingplichtige over de teruggaafmogelijkheden voor Belgische belastingplichtigen van de te veel betaalde roerende voorheffing op dividenden van Franse oorsprong onder het Belgisch-Franse dubbelbelastingverdrag van 1964 (hierna: “DBV”).[2]
Belgische particuliere beleggers die Franse dividenden ontvangen betalen al jarenlang te veel belastingen. De dividenden zijn niet alleen onderhevig aan Franse bronbelasting, ook in België worden zij aan 30 % roerende voorheffing onderworpen. Krachtens het DBV is België nochtans verplicht een belastingkrediet van minstens 15 % toe te kennen. Dat werd al bij herhaling door de hogere rechtspraak erkend, maar de administratie kon zich hier niet zomaar bij neerleggen (zie eveneens link).
In de circulaire van 28 mei 2021 erkende de administratie de hogere rechtspraak, maar stelde dat de mogelijkheid van terugbetaling van het FBB enkel van toepassing zou zijn als de Franse dividenden op passende wijze werden/worden aangegeven op het aangifteformulier in de personenbelasting.[3] Bijgevolg was er volgens de administratie geen terugbetaling mogelijk als de belastingplichtige ervoor had geopteerd om gebruik te maken van het stelsel van de bevrijdende roerende voorheffing en hij de ontvangen dividenden aldus buiten de aangifte had gehouden (toepassing art. 313 WIB 1992).
Terugbetaling ook mogelijk als de dividenden niet werden aangegeven in de Belgische aangifte personenbelasting
De rechtspraak van de hoven van beroep was hierover verdeeld, maar nu wijst het Hof van Cassatie uitdrukkelijk de zienswijze van de administratie af.
In de langverwachte uitspraken van 23 november 2023 herhaalt het Hof van Cassatie vooreerst zijn vaststaande rechtspraak dat het DBV-voorrang heeft op het nationale recht en België op grond van dit verdrag verplicht is om een minimaal belastingkrediet van 15% toe te passen (FBB).
Vervolgens oordeelt het Hof van Cassatie dat dit geldt ongeacht de wijze van belastingheffing in België en dat deze verrekening van het FBB niet afhankelijk gesteld mag worden van het al dan niet opnemen van de dividenden op het aangifteformulier in de personenbelasting. Zelfs als de dividenden niet werden aangegeven in de Belgische aangifte personenbelasting, moet België het minimum verrekenbaar bedrag van 15% toekennen. Interne procedure- en aangifteregels kunnen volgens het Hof van Cassatie geen afbreuk doen aan het recht op een minimaal belastingkrediet van 15% zoals opgelegd door het DBV.
Mogelijkheden om de dubbele belasting terug te vorderen
Deze recente uitspraken bevestigen zodoende de mogelijkheid voor Belgische belastingplichtigen om de geleden dubbele belasting op Franse dividenden terug te vorderen in geval de belastingplichtige de ontvangen dividenden buiten de aangifte had gehouden. In deze hypothese kan dit gedurende vijf jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin deze voorheffing gestort is.
Wij zijn bovendien van mening dat er op basis van deze twee arresten voldoende argumenten zijn om deze rechtspraak door te trekken naar situaties waarbij de dividenden wel werden opgenomen in de aangifte maar waar de bezwaartermijn reeds is verstreken. De administratie was reeds eerder van oordeel dat de te veel betaalde belasting teruggevorderd kon worden door het indienen van een bezwaarschrift tegen de aanslag (gedurende een termijn van 1 jaar), maar deze rechtspraak opent ook voldoende mogelijkheden om via een verzoek tot ambtshalve ontheffing de te veel betaalde belasting terug te vorderen gedurende vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd.
Als u in de afgelopen jaren onderworpen was aan een dubbele belasting op uw Franse dividenden is het raadzaam om tijdig actie te ondernemen om alsnog het te veel aan betaalde belastingen in België terug te vorderen.
Wilt u meer informatie of wilt u nagaan of u voor een terugbetaling in aanmerking komt? Aarzel niet om ons te contacteren.
[1] Cass. 23 november 2023, F.21.0168.N en F.22.0034.N
[2] Het nieuw Belgisch-Franse belastingverdrag van 9 november 2021 schaft het belastingkrediet in de vorm van het FBB af, maar is nog niet in werking.
[3] Circ. 2021/C/49 van 28 mei 2021
Gerelateerd nieuws
Hoe kunnen we helpen?
Ontdek onze expertises